Jezus wil de wereld redden door zijn oneindige barmhartigheid
Aanschouw de Liefde van Mijn Hart, brandend van Liefde voor u, die Ik bemin. Ik verlang dat u Mij toebehoort: met geheel uw hart, geheel uw ziel....
Zie met welke Liefde Ik naar u kijk en altijd verlang bij te zijn om u helemaal in Mijn Hart op te nemen. Zo, dat u voor altijd verborgen leeft in Mijn hart, dat brandend is voor u en voor alle mensen.
Zie, hoe de vlam van Mijn Liefde oplaait uit Mijn Hart, stralend in, verscheidenheid, als de kleuren van de regenboog. Iedere straal is Mijn Liefde die uitgaat naar ELK mensenkind - elk in zijn eigenheid: de goeden en die dwalen - maar ELK Mij zo dierbaar, en door Mij bemind.
Laat deze stralen elk mensenhart dat Ik u toevertrouw - door uw hart bereiken. Ik nodig u uit tot volkomen eenheid, Mij zo dierbaar.
Mijn lief kind, ziet u welke Liefde Mijn Hart beroert voor u? Ik bemin u helemaal en voor eeuwig! Houdt u stil in Mijn brandend Hart en wees niets, dan kan Ik alles voor u zijn - wat Ik wil.
Als een klein kind druk Ik u aan Mijn hart en berg u in Mijn Liefde tot we één zijn - voor tijd en eeuwigheid!
Wees klein, wees stil en laat u door Mijn Liefde gehéél verteren.
Ik heb u lief! Gij zijt de Mijne!
DE ZENDING VAN ZUSTER FAUSTINA
God wil de wereld redden; vandaar gaf Hij aan Zuster Faustina de zending, de mensen op te wekken tot een onbegrensd vertrouwen in zijn oneindige Barmhartigheid.
"Ik word verteerd," sprak Jezus tot haar "door de vlammen van mijn Barmhartigheid. Ik wil die uitstorten in de harten der mensen". En dan beklaagt Hij zich over hun klein vertrouwen: "Het gebrek aan vertrouwen verscheurt mijn ziel; ondanks Mijn onuitputtelijke Liefde stelt men geen vertrouwen in Mij".
"De grootste zondaar heeft het meest recht om op mijn Barmhartigheid zijn vertrouwen te stellen. De ziel, die mijn Barmhartigheid afsmeekt, schenkt Mij een onuitsprekelijk genoegen. Ik zal haar genaden geven meer dan zij verwacht. Een ziel, die haar toevlucht neemt tot mijn Barmhartigheid en mijn medelijden al was zij ook de grootste zondaar, kan ik niet straffen. In mijn onpeilbare en ondoorgrondelijke Barmhartigheid, zoek Ik haar bekering."
"Mijn dochter, zeg hun dat ik de Liefde en Barmhartigheid zelf ben. Doe alles wat in uw vermogen is om de liefde tot mijn Barmhartigheid te bevorderen. Ik zal aanvullen, wat U ontbreekt. Spreek tot de wereld over mijn Barmhartigheid. Laat allen weten dat zij onuitputtelijk is. Dit alles is een teken, dat de laatste dagen naderen, daarna komt de dag van Gerechtigheid. Laat hen hun toevlucht nemen tot de bron van mijn Barmhartigheid. Laat geen zondaar vrezen tot Mij te komen."
"Weet, mijn dochter, dat mijn Hart de Barmhartigheid zelf is. Van uit deze zee van Barmhartigheid vloeien stromen van genaden over geheel de wereld. Geen ziel die tot Mij komt, gaat van Mij heen zonder gesterkt te zijn. Alle ellende verdwijnen in mijn barmhartigheid en elke genade, die verlost of heiligt, stroomt uit deze bron."
"Gelijk een moeder haar kind beschermt, zo bescherm Ik de zielen, die gedurende hun leven het vertrouwen op mijn Barmhartigheid zullen bevorderen en in het uur van hun dood zal Ik niet hun rechter maar hun Zaligmaker zijn. In dat laatste uur vindt de ziel om haar te beschutten alleen mijn Barmhartigheid. Gelukkig de ziel, die tijdens haar leven zich gedompeld heeft in de stroom van mijn Barmhartigheid, de gerechtigheid zal haar niet bereiken."
"Het mensdom zal geen vrede vinden totdat het zich met vertrouwen wendt tot mijn Barmhartigheid. Zeg aan het ongelukkige mensdom, dat het dicht nadert tot mijn Barmhartig Hart en Ik zal het een volledige vrede schenken."
HET KROONTJE
Belofte van Christus: "Zeg iedere dag en zonder ophouden het kroontje dat Ik u heb aangeleerd. Al wie dit kroontje bidt zal in het uur van de dood, een grote vreugde ontvangen. De priesters zullen het de zondaars aanraden als een laatste redplank. Zelfs de verstokte zondaar, die één enkele maal dit kroontje bidt, zal genaden van mijn oneindige Barmhartigheid ontvangen."
De volgende gebeden worden op een gewone rozenkrans gezegd:
Eerst een Onze Vader, een Weesgegroet en de Geloofsbelijdenis.
Vervolgens op de grote kralen:
"Eeuwige Vader, ik offer U op het lichaam en het bloed, de ziel en de Godheid van uw beminde zoon, onze Heer Jezus Christus, voor onze zonden en die van de wereld."
Op de kleine kralen:
"Door het smartelijk lijden van uw Zoon, heb medelijden met ons en met geheel de wereld".
Bid tot slot driemaal:
"Heilige God, Almachtige God, Eeuwige God, heb medelijden met ons en met geheel de wereld."
BEELTENIS
Na enige tijd zei Jezus tot mij: "Schilder een beeltenis overeenkomstig de voorstelling die je ziet, met het onderschrift: JEZUS, IK VERTROUW OP U. Ik verlang dat deze beeltenis in uw kapel vereerd wordt en vervolgens in de hele wereld.
Ik beloof dat de ziel die deze beeltenis vereert, niet verloren zal gaan, en Ik beloof haar ook reeds hier op aarde de overwinning op haar vijanden, bijzonder in het uur van de dood. Zelf zal Ik haar verdedigen als mijn eigen eer. De blik die ik middels deze beeltenis op u richt is dezelfde als die Ik op het kruis tot de mensheid richtte, en door die blik biedt Ik de mensen de middelen tot behoud aan, en de mogelijkheid om genade te komen putten uit mijn onuitputtelijke bron van Barmhartigheid.